Trimmen is een van de belangrijkste vaardigheden van het duiken. Door te trimmen blijf je in het water op de juiste hoogte in evenwicht. Je zweeft als het ware in het water. Mooier gezegd, je drijfvermogen is dan neutraal. Als je goed bent uitgetrimd dan is het duiken prettiger, kost het je minder energie en lucht en ben je in staat om je ook op andere dingen richten (vissen?!!). Om goed te kunnen trimmen zul je wat moeten weten van de wetten van de natuur en het duiken: de duikfysica. Ook moet je begrijpen hoe je duikuitrusting en duikinstrumenten werken en hoe ze je kunnen helpen om goed uitgetrimd te zijn. Lees vooral ook de pagina over het trimvest en het artikel over het kopen van een trimvest.

Zo, nu je wat weet over duikfysica en het duikmateriaal, dalen, stijgen, drijven, het trimvest en de manometer kunnen we beginnen met de eerste stap van het trimmen: de basistrim.

De basistrim – uitloden

Met de “basistrim” zorg je er voor dat je met je gehele uitrusting aan in verticale positie aan de oppervlakte blijft drijven indien je inademt. Je masker komt daarbij net het water uit. Je trimvest is daarbij helemaal leeg!  Als je uitademt zal je langzaam moeten gaan dalen. De basistrim doe je om te kunnen controleren of je genoeg lood bij je hebt conform je huidige duikuitrusting. Kom je niet boven of daal je te snel, dan heb je te veel lood bij je. Let op dat je in zout water altijd wat meer lood meeneemt dan in zoet water. Het is verstandig om altijd je basistrim te doen, ook al duik je altijd met hetzelfde duikmateriaal.

In de onderstaande video zie je een voorbeeld van de basistrim (NOB).

Trimmen in het diepe…

Met de basistrim leer je dus hoe je aan de oppervlakte kunt drijven en langzaam kunt dalen zodat je kunt gaan duiken.  Als je de gewenste diepte hebt bereikt wil je natuurlijk ook in evenwicht blijven in horizontale positie. Je wilt als het ware blijven zweven in het water. Om dit te bereiken zul je er voor moeten zorgen dat de opwaartse krachten gelijk zijn aan de neerwaartse krachten.

Neerwaartse krachten (dalen/zinken) worden veroorzaakt door je eigen bouw  en gewicht, dat van je duikuitrusting en de hoeveelheid lood. Het bepalen van de juiste hoeveelheid lood is een belangrijk onderdeel van je duikplanning!. De opwaartse krachten worden veroorzaakt door de hoeveelheid lucht. Lucht in je lichaamsholten (met name je longen), je trimvest, je duikfles (deze wordt lichter tijdens je duik en daarmee neemt het drijfvermogen van je duikfles toe) en het duikpak (als je dieper in het water komt neemt de druk toe en daarmee neemt het drijfvermogen van je duikpak af.).

Je kunt (in principe) tijdens je duik geen lood meer afwerpen, dus je zult je drijfvermogen moeten regelen met je ademhaling en je trimvest. Laat je meer lucht in je trimvest dan verhoog je de opwaartse kracht en omgekeerd. Laat altijd kleine hoeveelheden lucht in en uit je trimvest! Je kunt ook veel met je ademhaling doen, maar ga nooit je adem in houden!

Goed trimmen en met name “zwevend zwemmen” vergt veel oefening. Trimmen zal tijdens je duikopleiding uiteraard veelvuldig aan bod komen. Maar ook voor gevorderde duikers blijft het een sport om perfect uitgetrimd te zijn.  Hieronder volgen wat oefeningen die tijdens je duikopleiding mogelijk aan bod komen. Je kunt ook na je basisopleiding diverse vervolgcursussen volgen om het trimmen nog beter onder de knie te krijgen. Vaak heten deze cursussen of specialties “perfect trimmen” of “peak buoyancy control”.

Oefeningen trimmen

vinwippen

volg de lijn

hurkzit/ kleermakerszit zweven